donderdag 24 september 2009

Sportlife; De regenboogvloek


Deze week is het wereldkampioenschap wielrennen. Wie volgt Ballan als wereldkampioen op en mag een jaar lang de regenboogtrui dragen? Wie mag een jaar lang de zware gevolgen dragen van de beste zijn van de wereld? Is het een zegen? Of is het een last?

Een last? De beste zijn van de wereld is normaal gesproken toch het hoogste wat een sportman kan bereiken? Niet in het wielrennen. Waar een voetballer droomt van het winnen van de wereldcup, is de Tour het hoogst reikbare wat een wielrenner kan bereiken. Het winnen van de regenboogtrui is leuk voor de inkomsten. Echter, je moet goede schouders hebben om dit tricot te kunnen dragen. Want de vloek die er op ligt is zwaar.

Vloek? Ja, op het hoogst haalbare tricot in de wielersport, volgens de UCI, heerst een vloek. Zo zijn Ockers, Bobet, Simpson en Dhaenens kort na het behalen van de wereldtitel overleden. Jean-Pierre Monsere is zelfs in zijn regenbootrui overleden. Een aantal andere renners is na het behalen van de titel aan lager wal geraakt. Denk aan Freddy Maertens die last kreeg van een amfetemine verslaving. En Laurent Brochard die daarna gepakt werd op doping. Andere renners gingen sukkelen met hun gezondheid. Roche, Freire en Vainsteins kregen het jaar na hun wereldtitel last van veel blessures.

Andere renners reden na hun titel nooit meer een deuk in een pakje boter. Het grootste voorbeeld is de Nederlander Harm Ottenbros. Om kort de te zijn, de belgen hebben hiervoor een werkwoord verzonnen. Verottenbrost, ofwel wereldkampioen worden om daarna niks meer te presteren. De regenboogtrui als een strak aangetrokken corset.

Zelfs Armstrong die in het begin van zijn loopbaan wereldkampioen werd had er last van. Hij had gehoord van de vloek en was er alles aan gelegen om deze te verbreken. Maanden van trainen leide niet tot resultaat. Armstrong had te veel getraind en reed geen goede uitslag.

Tuurlijk zijn er genoeg renners die wel wat uitslagen hebben gereden nadat ze wereldkampioen zijn geworden. Armstrong won bijvoorbeeld 7 maal de tour. Maar toch, elke renner wilt best de beste van de wereld zijn. Hij is echter bang voor de trui. Voor de maillot de la merde. Hij is bang om verottenbrost te worden.

Met die gedachte gaan komende zondag een aantal renners op pad. Niet bang om te verliezen deze keer, bang om te winnen. Rare jongens die wielrenners.

Geen opmerkingen: