woensdag 19 november 2008

De kakofonie van het naderende einde

Ooit dacht ik dat de openbare toiletten langs de snelwegen in Frankrijk de triest mogelijke plaats was die ooit door mensenhanden was gemaakt. Vandaag, of eerder, gisteravond is deze constatering van zijn voetstuk gevallen. De rokers ruimte in een verpleeghuis komt met stip binnen op nummer een.

Toegegeven, de Franse toiletten zijn ranzig en je kunt er niet op zitten. Het lijkt wel of al het afval wat de wereld produceert juist in deze open riolen ligt. Maar het is tastbaar. Je kant het zien, en ruiken. Dat is bij de rokersruimte in een verpleeghuis wel anders. Het voelt aan als de Alamo, u weet wel, dat Amerikaanse fort dat na een omsingeling werd vernietigd. De laatste rookplek voor het onvermijdelijke crematorium.

Allereerst is het ligt een grote factor. Verpleeghuizen hebben altijd een bepaald soort lichtplan. Niet te scherp, maar zeker niet te donker. De oude en zieke mensen zouden er wel eens last van hebben. Er is net genoeg licht om te kijken wat er in de weg staat, maar net niet genoeg licht om fotosynthese toe te staan. Gelukkig zie je dus niet de stoelen en tafels in hun volle glorie. Geen frisse stoelen die uitnodigen tot een lange zit. Eerder ouderwetse doorzitters die je er aan doen denken dat je passant bent hier. Of je nu bezoeker bent, patient of personeel. Je mag er niet te lang blijven.

Maar het is niet het licht, en de inrichting, die doen besluiten om niet al te lang te vertoeven in de rookruimte. Het zijn de mensen zelf. Iedereen is bang om te sterven als hij jong is. Hoe ouder men wordt, hoe gelatener men omgaat met het onderwerp. Dit alles word dan besproken bij een kop koffie en een sigaret. Als redelijk jong mens dat nog een heel leven voor zich heeft, althans dat hoop ik, schiet je naar aan bij de verhalen die je hoort. Familie zit er die bespreekt hoe lang moeder nog te leven heeft. Patienten roken er steeds hun laatste, niet omdat ze stoppen, meer omdat ze niet weten of ze er morgen nog zijn. De rokersruimte is niet alleen een orgie van licht en visuele indrukken. Het is de kakofonie van het naderende einde.

Nee, de Franse toiletten zijn zo slecht nog niet. Gewoon je behoefte doen, een minuut je neus dichthouden en verder er niet over nadenken. Je merkt er niks van zolang je niks aanraakt. Maar de rokersruimte in een verpleeghuis. Ik kan er geen benaming voor geven. Is het juist het voorportaal van de hel, of al de hel. Of is het limbo, het voorgeborchte, waar onder andere ongedoopten rondzweven omdat ze niet worden toegelaten in de hemel? Het is een plek waarvan je gaat twijfelen of god bestaat. Zo had hij het toch niet bedacht toen hij de wereld schiep? Of hebben we dit zelf bedacht?

Geen opmerkingen: